Wiskunde
Op de subpagina's vind je per deel extra oefeningen bij de wiskundelessen. Toch wil ik nog eens benadrukken dat je enkel hiermee je lessen niet kent!!! Het blijft dus heel belangrijk om je lessen te leren en in te oefenen, bv. door oefeningen uit de klas opnieuw te maken.
Deze oefeningen zijn dus bedoeld als extra inoefening voor thuis of in de klas! |
Hoe leer je best je les wiskunde?
Leren begint in de klas!
- Luister goed naar de uitleg van de leerkracht! Je juf (of meester) geeft vaak handige tips.
- Maak aantekeningen, zodat je de uitleg achteraf nog kunt nalezen.
- Doe actief mee tijdens de klassikale oefeningen.
- Vraag uitleg als je iets niet begrijpt.
- WERK STEEDS NETJES EN NAUWKEURIG! Schrijf met balpen en teken met potlood (met scherpe punt).
- Werk zo zelfstandig mogelijk aan de oefeningen. Je leert meer van je fouten als je zelf achter het goede antwoord komt, in plaats van dat iemand het je voorzegt.
- Zorg dat je je materiaal steeds bij de hand hebt: blauwe en groene balpen, scherp potlood, lat, tekendriehoek, gom, zakrekenmachine, passer, eventueel rekenwijzer, ...
- Lijkt een oefening moeilijk, gebruik dan hulpmiddelen (rekenwijzer, een tabel, tekening, omzetting van % naar breuk of kommagetal, ...).
- Sla een opgave niet over omdat je hem niet goed begrijpt. Probeer hem toch te maken. Als het echt niet lukt, vraag je iemand om uitleg. Hij of zij kan jou aan de hand van je foute opgave beter helpen, dan wanneer je niets op papier hebt staan!
- Schrijf je antwoorden volledig op, met berekeningen, tussenstappen en eenheden. Bij wiskunde gaat het niet zo zeer om het antwoord, maar om de ‘weg ernaar toe’. Dit kan aan de hand van een schema, berekening of schets.
- Schrijf formules steeds in het groen.
- Bij een vraagstuk duid je eerst aan wat gegeven en gevraagd is.
- Soms kan het helpen in een oefening of vraagstuk de getallen te vervangen door eenvoudigere getallen.
- Kijk de gemaakte opgaven altijd na, zodat je kunt leren van je fouten. Denk ook na of je antwoord wel mogelijk is.
- Probeer erachter te komen waarom je een opgave fout had.
En oefen je thuis verder in!
- Lees de leerstof die je in de klas geleerd hebt aandachtig na.
- Sommige leerstofonderdelen (zoals formules, rekenregels voor hoofdrekenen of definities) moet je van buiten leren! Zorg ervoor dat je begrijpt wat je leert!
- Wiskunde is een doe-vak: het bestaat voor 30% uit theorie leren en voor 70% uit oefeningen maken. Zonder oefenen leer je niet hoe je de theorie kunt toepassen. En zonder theorie begrijp je niet wat er met de oefening bedoeld wordt .
Zorg dus dat je eerst de theorie leert en vervolgens oefeningen maakt, oefeningen maakt en nogmaals oefeningen maakt!